Antistollingsmedicatie is risicovol. Deze medicatie behoort tot de top 5 van riskante geneesmiddelen. Deze top 5 van geneesmiddelen is verantwoordelijk voor 50% van de potentieel vermijdbare ziekenhuisopnames veroorzaakt door verkeerd geneesmiddelengebruik.
Voor een veilig gebruik van antistollingsmedicatie is de landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Antistolling (LESA) van kracht. Als aanvulling op deze afspraken wordt momenteel de Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling (LSKA) geïmplementeerd door de trombosedienst in de regio. Deze standaard voorziet in inzicht in de kritieke momenten en protocollen per zorgverlener in de keten van de antistolling.
Deze afspraken richten zich met name op de zorgverleners die een rol kunnen spelen in het voorschrijven van antistollingsmedicatie, en zijn echter niet toegespitst een samenwerking met de thuiszorg organisaties. De dosering van antistollingsmedicatie is bijzonder persoonlijk: Het is afgestemd op de bloedwaarden van de patiënt zelf en wordt beïnvloed door het eigen gedrag van de patiënt. Bij kwetsbare ouderen is het soms lastig zelf overzicht te houden over dosering en alert te zijn op belangrijke signalen voor de instelling van de antistolling. Het is voor deze doelgroep daarom van groot belang dat de communicatie tussen de huisarts, thuiszorg en trombosedienst soepel verloopt.
De subsidieaanvraag die Drechtzorg in samenwerking met Resultlab, De Lange Wei, de Riederborgh en de ZGWA heeft ingediend, is gehonoreerd. Klik hiernaast voor meer informatie over de stappenplannen die ontwikkeld zijn en de gemaakte werkafspraken.